Elektrische schakelaars en schakelaars zijn technische apparaten waarmee u het circuit op het juiste moment kunt sluiten en openen. Mechanismen vervullen vergelijkbare functies, hoewel ze aanzienlijke verschillen vertonen. Beginnende installateurs en vaste klanten verwarren apparaten vaak. Om geen fout te maken bij het kopen, moet u vertrouwd raken met de algemene principes, plussen, minnen en ontdekken hoe de schakelaar verschilt van de schakelaar.
Belangrijkste voordelen
Qua uiterlijk is het onmogelijk om apparaten te onderscheiden, maar het werkingsprincipe is anders. In sommige kamers is het lastig om de schakelaar te gebruiken (bijvoorbeeld in lange gangen). De belangrijkste voordelen van de schakelaars zijn:
- de mogelijkheid om meerdere elektrische netwerken met elkaar te verbinden;
- met het apparaat kunt u een vertakt circuit vanaf één punt besturen (inschakelen, schakelen, loskoppelen);
- één lichtbron kan worden geactiveerd vanaf verschillende plaatsen in de kamer (zet bijvoorbeeld de kroonluchter in de logeerkamer aan vanuit de gang).
In feite is het apparaat constant in werkende staat - dit is een van de belangrijkste verschillen tussen de schakelaar en de schakelaar. Met behulp van de wisselcontacten worden in het netwerk extra elektrische circuits gecreëerd.
Operatie principe
Om te begrijpen wat een schakelaar is, moet u rekening houden met het principe van de werking en het doel ervan. Het apparaat dient om de stroom van elektriciteit naar een ander circuit om te leiden - het ene circuit is losgekoppeld en het andere wordt tegelijkertijd gesloten. Daarom is het minimumaantal contacten voor een dergelijk apparaat drie. Voor mechanismen met twee of meer 'sleutels' verdubbelt het aantal.
Een schakelaar is een schakelaar tussen elektrische geleiders met sperspanning. Afspraak - beheer van één lichtbron vanaf verschillende plaatsen. Ze worden voornamelijk gebruikt voor ruimtes met een groot oppervlak, bijvoorbeeld stadions, productiewinkels of magazijnen.
Soorten apparaten
Er zijn verschillende schakelopties. Om de optimale te kiezen, moet men rekening houden met het type probleem dat wordt opgelost, de noodzakelijke manier om het mechanisme te regelen en de parameters van het bestaande elektrische circuit.
Op het beheer en de beweging van de tuimelschakelaar worden de volgende typen onderscheiden:
- hoekig (met interne contacten of jukken);
- Duwen;
- roterend.
Hoekinrichtingen van beide typen verschillen in de mogelijkheid dat de tuimelschakelaar in twee vaste posities staat. Door de verschuiving van de handgreep kunt u het beweegbare contact van het ene circuit naar het andere verplaatsen. De beweging van directe en wisselstromen wordt omgeleid.
Gebruik voor tuimelschakelaars verschillende verbindingsschema's. Er zijn geen verboden, de definitieve versie hangt af van de behoeften van het pand en de verbeeldingskracht van de elektricien.
De maximale belasting is 6 ampère. Tegelijkertijd wordt een klein weerstandsniveau waargenomen (niet meer dan 0,02 ohm). De betrouwbaarheid van dergelijke apparatuur wordt bepaald door het aantal mogelijke schakelaars (het gemiddelde aantal is 10.000 keer).
Aanvullende classificatie - door sleutels. Er zijn drie hoofdtypen:
- met één knop;
- met twee;
- met drie.
Meer sleutels zijn acceptabel, maar onveilig. Elk heeft drie contacten. Als er te veel 'jumpers' zijn, is een circuit onvermijdelijk en zal het circuit doorbranden.
Volgens de interne structuur van de schakelaars zijn:
- klassiek (doorloop);
- gemiddeld (kruis);
- gecombineerd.
Het verschil tussen de doorgang en kruisschakelaar in het aantal werkende elektroden.In het eerste geval - drie contacten, in het tweede - twee aan de ingang en uitgang van het elektrische circuit. Tussenproducten worden gebruikt om meerdere lichtbronnen aan te sturen, niet één.
Huishoudelijk gebruik
Installatie of verbouwing van bedrading impliceert functionaliteit en gebruiksgemak. Daarom wordt voor de installatie een plan opgesteld waarin het totaal aantal lampen, schakelaars en stopcontacten wordt voorgeschreven. Overgangsapparaten zijn geschikt voor aansluiting in de volgende situaties:
- gebouwen met meerdere niveaus - schakelaars schakelen de verlichting op elke verdieping uit;
- lange gangen - u kunt de lampen aan het begin aanzetten en aan het einde uitzetten;
- slaapkamers - als u één mechanisme bij de ingang installeert en het tweede bij het bed, hoeft u niet op te staan om het hoofdlicht uit te doen.
Gebruik tijdelijke apparaten in alle vergelijkbare situaties. Vooral relevant in grote kantoren, hotels en andere soortgelijke gebouwen.
Opnieuw of stroomonderbreker
Om de definitieve keuze te maken, moet u een eerste bedradingsplan ontwikkelen of de bestaande bestuderen. Meestal is het gekoppeld aan de technische documentatie van het appartement of gebouw. Vervolgens moet u de langste secties of kamers (werkplaatsen, gangen) bepalen, mogelijke situaties voorstellen op basis van persoonlijke voorkeuren (zoals in een slaapkamer).
Als u één lichtbron vanaf verschillende kanten moet bedienen, moet u de schakelaar installeren. Kies vervolgens het type apparaat - schakel door en kruis. Met de eerste kunt u de lamp vanaf twee verschillende punten uitschakelen, met de tweede - vanaf drie of meer. Om het laatste type vast te stellen en de draden correct te bedraden, is het beter om een professionele elektricien uit te nodigen.
Bij het aansluiten van meerdere schakelaars op verschillende punten in het appartement of pand, moet u het bedradingsschema opslaan. Anders, als reparatie of herontwikkeling nodig is, zal het moeilijk zijn om alle contactmogelijkheden voor verkooppunten en andere elementen vast te stellen.
Kan ik de schakelaar als schakelaar gebruiken?
Tijdens het gebruik ontstaan verschillende situaties. Na het kopen van een appartement bleek bijvoorbeeld dat de vorige eigenaren schakelaars in verschillende kamers hadden geïnstalleerd en nu is hun bediening niet nodig.
Om de actie van het apparaat om te leiden, volstaat het om het derde contact niet te gebruiken, dat de stroom van elektriciteit naar een ander kanaal overbrengt. Allereerst bepalen ze het volledige circuit van het lichtnet, dat door deze schakelaar wordt gesloten. Secundaire contacten worden dan geïsoleerd. Daarna stopt het mechanisme met het omleiden van de stroom en begint het te werken als een normale schakelaar.
Doorlusbedradingsschema's
De aansluiting en lay-out van het elektrische netwerk met schakelaars hangt af van verschillende factoren: het aantal gecontroleerde lichtbronnen en bedieningselementen, de noodzaak om extra (tussen) ontkoppelpunten te installeren, en andere. In een gebouw met meerdere verdiepingen moet u bijvoorbeeld de mogelijkheid berekenen om het licht op alle niveaus te regelen, het schema zal aanzienlijk verschillen van wat nodig is voor één kamer.
Om te werken met de schakelaars in de bedrading met behulp van driedraadskabels. Als er andere (met een kleiner aantal) zijn geïnstalleerd, moet u de muren weggooien en een nieuwe bedradingssectie aansluiten of andere opties overwegen voor het regelen van de aan te sluiten lichtbronnen.
Aansluiting van twee doorlusschakelaars
In de regel is er bij de nieuwste modellen aan de binnenkant een aansluitschema, dat moet worden gevolgd bij het sluiten van het circuit. Met twee doorlusapparaten kunt u bijvoorbeeld één lichtbron aansturen, maximaal meerdere kleine lampen van hetzelfde netwerk in de gang.
Bij de installatie moet rekening worden gehouden met het type schakelaar: één toets of twee toetsen. De laatste zijn twee mechanismen van het type met één toets in één doos (gebruikt voor gemak en ruimtebesparing). Bij een zespolige schakelaar mislukken twee driedraadsdraden.
Bij het aansluiten is het belangrijk om rekening te houden met het aantal contacten van het mechanisme - drie of zes. Sluit de elektroden en de kabel zorgvuldig aan om de circuits in de juiste richting te sluiten.
Aansluiting van meerdere parallelle verbruikers
Doorloopschakelaars met meerdere pinnen worden gebruikt voor meerdere gebruikers die parallel werken. Een onderscheidend moment is de verbinding met de fasen. De klemmen aan de ingang van de aansluitdoos moeten op elkaar worden aangesloten en op één fase worden aangesloten. Als u verschillende apparaten op hetzelfde apparaat aansluit, ontstaat er kortsluiting en doorbranden van het hele elektrische circuit.
Intermediair beheerpunt
Een extra controle is nodig om van meerdere punten te wisselen - drie of meer. Dit is het verschil tussen de doorgangsschakelaar en de kruisschakelaar - in dit geval worden de laatste gebruikt.
Een tussenliggend mechanisme verandert de richting van de stroom in het circuit. De actie hangt af van de positie van de schakelaar aan de twee uiteinden van de bedrading - welk netwerk van verschillende kanten van spanning wordt voorzien.
Het aantal tussenliggende elementen hoeft niet gelijk te zijn. Anders schakelt het circuit niet om - de huidige richting keert terug naar het oorspronkelijke kanaal.
Voor twee schakelaars op één lichtbron is het niet nodig om een complex bedradingsschema te maken. Het belangrijkste kenmerk is de aanwezigheid van een driekernige kabel. Om tussenliggende elementen en meer apparaten te installeren, is hulp nodig. Het is belangrijk om rekening te houden met de toegestane circuitspanning. Indien nodig wordt een extra draad uit de afscherming getrokken, een aparte aansluitdoos wordt geïnstalleerd.
